woensdag 28 november 2012

Fabel

Een Fabel is een korte, verzonnen vertelling die een zedenles aanschouwelijk voorstelt.
                Er bestaan verschillende subgenres, maar het bekendste is het dierdicht, waarin menselijke eigenschappen naar dieren getransponeerd worden, en waarin dieren (soms ook planten of dingen) als handelende en sprekende personen optreden. Het gaat dan meestal om één menselijke eigenschap. Daarnaast bestaan er ook etiologische fabels, die de oorzaak of achtergrond geven over een bepaald fenomeen. Ook zijn er fabels die een sterk anekdotisch karakter bezitten.


De zedenles of moraal kan zich bevinden aan het begin van het verhaal, en dan spreekt men van een promythion, maar hij kan evengoed door één van de verhaalfiguren worden uitgesproken, of, als epimythion, door de vertelfiguur aan het einde worden toegevoegd. In dit laatste geval wordt de clou dus niet direct prijsgegeven. Het corpus van het verhaal bestaat uit de actie, reactie en het resultaat.

Als ik een dier in een fabel zou zijn zou ik een konijntje zijn, omdat ik klein ben, maar snel. En omdat ik een lief onschuldig snoetje kan hebben maar ondeugend kan zijn.

Erbij horen
Er was eens een klein konijntje dat er altijd graag bij wilde horen. Ze trok zich op aan een groepje hazen die veel groter, sterker en sneller waren. Het konijntje liep altijd achter de hazen aan en deed bijna alles wat ze zeiden, zelfs dingen die helemaal niet goed waren voor het konijntje. Ze werd wel uitgenodigd bij allemaal feestjes en werd vaak gevraagd om mee iets leuks te gaan doen, het konijntje begon zich populair te voelen. Na een tijdje wilde het konijntje een keertje niet doen wat de hazen wilde, en de hazen werden boos. Ze schreeuwden dat ze wel moest, anders hoorde ze er niet meer bij. Het konijntje ging verdrietig naar huis en kwam onderweg een vogel tegen. De vogel was erg lief en het konijntje stortte haar hartje uit bij de vogel. Hij begreep haar heel goed en ze kon hem vertrouwen. Al snel werden het konijntje en de vogel goed bevriend en werden ze onafscheidelijk. Het konijntje merkte dat ze haarzelf kon zijn bij de vogel, en niet zich anders hoefde te gedragen zoals bij de hazen. Het konijntje vond haar plek en het draaide plotseling niet allemaal meer om populariteit, het konijntje was veel gelukkiger.

Les; Het draait niet allemaal om populariteit en erbij horen, maar om mensen die er toe doen, die je kunt vertrouwen en die er altijd voor je zijn. Echte vrienden.

De Middeleeuwen, Literatuurgeschiedenis


Een pennenproef.

1. Wat is een pennenproef?
Een pennenproef is het eerste geschreven Nederlands.

In welke periode werd Oudnederlands gesproken?
De periode waarin Oudnederlands werd gesproken is van 800 tot 1150.


2. Leg op grond van de tekstpagina lied van Heer Halewijn uit welke eigenschappen van mondeling overgeleverde literatuur daarin naar voren komen. De tekst is in de vorm van een lied geschreven. Ook staat de tekst in rijmvorm zodat deze makkelijk doorverteld kan worden.


Voorbeeldige levens

1. Wat was het einddoel voor de middeleeuwse mens? Hoe dacht hij dat te kunnen bereiken.
Het einddoel van de middeleeuwse mens was om in de hemel te komen als hij of zij dood ging. Hij of zij probeerde dat te bereiken door goed te leven en veel te bidden.

Waarom was het leven van Jezus een voorbeeld bij uitstrek?
Hij is zoon van God en geeft dus het beste voorbeeld.


2. Lees de pagina over het Leven van Liedewij. In hoeverre lijkt haar leven op het leven van Jezus, dat het als voorbeeld van een voorbeeldig leven werd beschouwd? Noem zowel verschillen als overeenkomsten.
Beide hebben tijdens hun leven zwaar geleden maar er niet over geklaagd. Jezus is Gods zoon, terwijl Liedewij maar een schepsel is.

 
Hoofsheid

1. Welke invloed hadden de kruistochten op de hoofse cultuur?
Tijdens de kruistochten zagen de Europeanen hoe de Arabieren veel meer van het leven genoten. De Europeanen wilde dat nadoen en zo ontstond een hoofse cultuur.

Wat was het belangrijkste principe van de hoofse omgangsvormen?
Het belangrijkste principe houd in dat je wellevend en galant bent, en dat je je woede goed kan inhouden.


2. Lees de tekstpagina over Floris ende Blancefloer. Leg uit in hoeverre de kruistochten van belang zijn geweest voor het schrijven van deze roman.
Er zitten veel dingen uit het Midden- Oosten in het verhaal, zoals een emir, exotische tuinen en Babylon, dat kunnen ze alleen maar hebben van alle verhalen die de kruisvaarders mee naar huis namen.

 
Ridderliteratuur.

1. Wat zijn de voornaamste verschillen tussen Karel- en Arturromans?
Veel Karelromans zijn hoofszakelijk gewijd aan oorlog en massa-gevechten, terwijl in de Arturromans de nadruk ligt op individuele avondturen, toernooien en tweegevechten, en de hoofse liefde.

Welke voorbeeldfunctie hadden ridderromans voor het oorspronkelijke publiek?
De gebeurtenissen van de romanfiguren dienden tot voorbeeld van de edelen die naar zulke luisterden.

2.  Leg op grond van de tekstpagina Karel ende Elegast uit welke typische eigenschappen van ridderschap daarin naar voren komen.
Adelbrecht (dit betekent: van adellijke geboorte) etc.